Hoewel het er hartje winter is, laat de studie van de Nederlandse taal en literatuur in Zuid-Afrika dezer dagen veelkleurige bloesems zien. De Suider-Afrikaanse Vereniging vir Neerlandistiek (SAVN), betoelaagd door de Taalunie, is sinds 1991 werkzaam en staat volgens de beginselverklaring voor “beoefening, onderrig en bevordering” van de neerlandistiek. De vereniging organiseerde de voorbije dagen (28 juni - 1 juli) haar negende internationale congres in Stonehenge in Africa, nabij Parys in de Vrystaat. Ze bracht taal- en letterkundige onderzoekers uit noord en zuid bij elkaar om van gedachten te wisselen over het vakgebied en om wetenschappelijke onderzoeksprojecten te bespreken. De vakgroep Afrikaans en Nederlands van Noordwes-Universiteit (Potchefstroomkampus) trad dit jaar op als gastinstelling.
Internasionale kongres van die SAVN
Gedurende drie dagen presenteerden neerlandici verbonden aan Zuid-Afrikaanse universiteiten en academische instellingen overzee de meest uiteenlopende papers over Afrikaanse en Nederlandse taal- en letterkunde. Het centrale thema van de conferentie luidde “Kontrapunt: Kontrastiewe en komparatiewe perspektiewe op die Afrikaanse en Nederlandse taal- en literatuurstudie”. In vergelijking met vorige colloquia, toen de klemtoon op letterkunde lag, kreeg linguïstiek de nodige aandacht.
In het uitgebreide programma kan worden gelezen dat Zuid-Afrikaanse onderzoekers én neerlandici werkzaam in het Nederlandse taalgebied elkaar vanuit het oogpunt van de contrastieve taalkunde en een vergelijkend literatuurwetenschappelijk perspectief veel te vertellen hebben. Beide disciplines kwamen gedoseerd aan bod in een overigens vlekkeloos en professioneel georganiseerd colloquium. Méér dan twintig lezingen richtten de focus op taalkundige en literaire relaties tussen Afrikaans en Nederlands.
Missie van de Taalunie
Het congres is gefinancierd door de Taalunie. De missie van Hans Bennis, nieuw aangesteld algemeen secretaris, en andere vertegenwoordigers van de Nederlands-Vlaamse verdragsorganisatie (Jo Sterckx en Liesbet Vannyvel) was erop gericht de banden aan te halen met de neerlandistiek in Zuid-Afrika en de docentenplatforms Kaapse Forum vir Neerlandistiek en het Noordelike Kennisnetwerk vir Neerlandistiek te versterken (zie het Taalunie-bericht). Een informatiebijeenkomst is bijvoorbeeld helemaal gewijd aan fondsenwerving voor departementen en vakgroepen waarin Nederlands aan bod komt.
Gelet op het enthousiasme van de deelnemers, de vruchtbare discussies en wetenschappelijke relevantie van aangeboden referaten kan het SAVN-congres als bijzonder stimulerend worden beschouwd. De algemeen secretaris gaf in zijn toespraak een overzicht van de neerlandistiek wereldwijd. Van de veertig landen waar Nederlands als hoofd- en/of bijvak aan de universiteit kan worden gestudeerd, prijkt Zuid-Afrika met in totaal 1.200 studenten op de derde plaats. Méér dan 13.600 studenten volgen wereldwijd Nederlands (taalverwerving, taalkunde, letterkunde) aan een universiteit. Alleen al in Zuid-Afrika zijn meer studenten Nederlands ingeschreven dan aan Nederlandse en Belgische academische instellingen samen. Gezien het bereik van en de aandacht voor het Nederlands liggen voor de internationale neerlandistiek in Zuid-Afrika kansen voor het grijpen. Het is daarom verheugend vast te stellen dat de Taalunie de volgende tijd bijkomende inspanningen levert om de docentenplatforms een incentive te geven om bijgevolg het onderzoek en het onderwijs van de Nederlandse taal en literatuur in het land verder te bevorderen.
Een van de activiteiten van de SAVN, naast de organisatie van driejaarlijkse symposia en sinds kort de ondersteuning van blokcursussen Afrikaanse taal- en letterkunde aan de Universiteit Leiden, is de uitgave van het geaccrediteerde peer reviewed tijdschrift Tydskrif vir Nederlands en Afrikaans (TN&A). De Taalunie heeft het blad sinds de oprichting financieel betoelaagd. Marc le Clercq, gedurende meer dan dertig jaar werkzaam bij de Taalunie en verantwoordelijk voor het internationaliseringsbeleid met betrekking tot het Nederlands, sprak in een terugblik over de engagementen die de Nederlands-Vlaamse verdragsorganisatie sinds de oprichting in 1980 heeft waargenomen. Na apartheid en in een inhaaloperatie vanaf 1994 ging de aandacht van de TU steeds meer “verdiepend en verbredend” naar de studie van het Nederlands in Zuid-Afrika.
Laat alle bloemen bloeien
De gelegenheidsuitspraken van Hans Bennis en de doelstelling van de missie maken duidelijk dat de Zuid-Afrikaanse neerlandistiek door de Taalunie, na een periode van teruglopende ondersteuning en bijna nog uitsluitend belangstelling voor spraaktechnologie, een nieuwe stimulus krijgt. Departementen Afrikaans en Nederlands beleven in Zuid-Afrika een moeilijke tijd. Er wordt ook aan Zuid-Afrikaanse universiteiten bezuinigd met als gevolg een inkrimping van het docententeam en te weinig investeringen door universitaire overheden in nieuwe talenten die de fakkel van oudere collega’s binnenkort kunnen overnemen. Basissubsidies volstaan niet langer om de goede werking te garanderen. Bibliotheken met Nederlandse literatuur en taalkundige werken dienen te worden geüpdatet. En ook het academische periodiek TN&A verdient verder de nodige steun. Hoewel de afscheidnemende redacteur Phil van Schalkwyk (Noordwes-Universiteit – Potchefstroomkampus) een weinig bemoedigend verslag presenteerde, met onder meer een acute kopijnood die de redactie parten speelt, en allesbehalve hoopvol is gestemd over de toekomst, blijft het een van de toonaangevende tijdschriften binnen het vakgebied van de Zuid-Afrikaanse neerlandistiek.
De studie van de Nederlandse taal en literatuur in Zuid-Afrika en ook in Namibië is door de Taalunie de voorbije jaren te veel aan haar lot overgelaten en werd een van de slachtoffers van de bezuinigingspolitiek en het beleid. De aanstelling van de nieuwe algemeen secretaris laat het beste vermoeden en markeert hopelijk een gunstige wending. De toespraak op de vooravond van het bijzonder geslaagde congres heeft de collega’s bemoedigd en aangemoedigd verder te timmeren aan de weg.
Laat alle bloemen bloeien. Van alle regio’s buiten het Nederlandse taalgebied waar de neerlandistiek sterk verankerd is, mag de neerlandistiek in Zuid-Afrika een van de meest toonaangevende worden genoemd. Investering in jong wetenschappelijk talent, de begeleiding van studenten en promovendi en de stimulering van nieuw onderzoek zijn uitdagingen voor de toekomst van het vakgebied waaraan de Taalunie aanzienlijk kan bijdragen. Gezien de historiek van de Taalunie-beleidspolitiek inzake Zuid-Afrika heeft de aanwezigheid van de beleids- en kennisorganisatie voor het Nederlands bij monde van de algemeen secretaris nieuwe verwachtingen gecreëerd. Binnenkort zien we het resultaat van de gesprekken die de voorbije dagen in Pretoria zijn gevoerd met de Algemene afvaardiging van de Vlaamse regering en de Nederlandse ambassade in Zuid-Afrika. Op wetenschappelijke gronden ben ik alvast overtuigd van de veelbelovende toekomst voor het vakgebied overzee. De bloesems van de neerlandistiek ver weg onder het Zuiderkruis staan in bloei. Met het uitgesproken engagement van de Taalunie kunnen we nieuwe bloemen tegemoetzien.
The post Bloesems van de Zuid-Afrikaanse neerlandistiek appeared first on LitNet.