Behoud de Begeerte en Toneelhuis lieten zondagavond 19 maart Tom Lanoye aan het woord in de Bourlaschouwburg in Antwerpen. Aan de buitenkant prijken de borstbeelden van Racine, Molière en Corneille. Aan de binnenkant hield Tom Lanoye een diep doorleefde, passionele Hugo Clauslezing over Nelson Mandela, Zuid-Afrika en de complexe relatie met Vlaanderen.
Na 25 jaar van telkens maandenlange bezoeken is het Tom Lanoye nog niet gelukt om Zuid-Afrika te doorgronden. Hoe onwerkbaar ingewikkeld België ook mag zijn, het is niets in vergelijking met Zuid-Afrika, waar rassensegregatie tot het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw het officieel beleid bepaalde op ieder gebied. Uit Born a Crime, de autobiografie van de Zuid-Afrikaan Trevor Noah, die onlangs de bekende Amerikaanse satirische nieuwsshow The Daily Show overnam van Jon Stewart, blijkt dat de verdedigers apartheid durfden omschrijven als goed nabuurschap. De kunst van het wansmakelijke eufemisme is dus zeker niet uitgevonden door de adviseurs van Donald Trump.
De iconische foto’s van Mandela, door Maurice Boyer gemaakt in 1990 op het Ajaxbalkon van de Amsterdamse Stadsschouwburg, met op de achtergrond een uitzinnige mensenzee op het Leidseplein, spreken nog altijd sterk tot de verbeelding. Zulk volksfeest heeft zich na de vrijlating van Mandela niet afgespeeld in Vlaanderen. “Wij hadden onze hoge gasten vergast op datgene waar we het beste in zijn: een verstikkende golf van zwijgende, lichtjes geïrriteerde, minachtende, super beleefde, maar alsnog balsturige, gemakzuchtige apathie, moedwillige vergetelheid verpakt als goed fatsoen.” Waarom toch dat verschil tussen Amsterdam en Antwerpen? Tussen heel Nederland en gans Vlaanderen, zelfs tot op de dag van vandaag?
In Nederland mogen er dan veel bruggen, parken, pleinen, lanen, paden en straten naar Mandela zijn genaamd, zulk eerbetoon is de beroemdste Zuid-Afrikaan aller tijden niet te beurt gevallen in Vlaanderen. In Antwerpen zijn er in de loop der jaren verscheidene voorstellen tot straatnaamverandering ingediend, maar telkens zijn ze afgewezen. In 1986 wilde men twee straten omdopen naar Nelson Mandela- en Steve Bikostraat. Afgewezen. In 1989 wilde men de Transvaal-, Pretoria-, Botha- en Krugerstraat omvormen tot Soweto-, Sharpeville-, Biko- en Mandelastraat. Afgewezen. In 2007 wilde men de Krugerbrug een andere naam geven. Afgewezen. In 2009 het Krugerplein in Borgerhout. Afgewezen. Telkens met als motivatie dat er geen aantoonbare en specifieke link is met de stad. Nochtans valt er de laatste tijd een voorzichtige kentering te bespeuren. In Hasselt, Herentals, Koksijde, Kortrijk en Oostende heeft men het ondertussen goedgemaakt. Gent spant de kroon. Aan de nieuwe stadsbibliotheek De Krook is een Nelson Mandela-promenade, een Myriam Makebaplein en een Albertina Sisulu- en Steve Bikobrug.
Het research en de uitwerking van Martin Bossenbroeks De Boerenoorlog zijn overweldigend, maar het boek gaat voorbij aan de betrokkenheid en de steuncampagnes die zich in Vlaanderen ontbolsterden dankzij de Vlaamse beweging. Dit aspect verdient ongetwijfeld een afzonderlijke grondige historische analyse. In die Vlaamse sympathie zinderen in het politiek ontwakend Vlaanderen van bij het begin van de 20ste eeuw vier snaren mee, zo betoogt Lanoye.
Vooreerst herkende een deel zich in het verzet van de Zuid-Afrikaanse boeren tegen een imperiale grootmacht. De Vlaming werd verknecht door een andere grote speler op het wereldtoneel, de Franse cultuur en haar hegemonie in het officiële België.
Bovendien spraken die boeren toch min of meer Nederlands in een tijdvak waarin de leuze “de taal is gans het volk” opgang begon te maken. Zo kon Winston Churchill, die in de Tweede Boerenoorlog oorlogsverslaggever was geweest, maar op weinig steun rekenen wanneer hij op het einde van zijn politieke loopbaan als oorlogsvedette Antwerpen aandeed. In zijn Willem Elsschot-biografie beschrijft Vic van de Reijt dat de legendarische burgemeester Camille Huysmans aan de Vlaamse schrijver vroeg de hommage te schrijven, maar dat aanvankelijk weigerde. Pas nadat de burgemeester duidelijk had gemaakt dat er toch geregeld reclame-opdrachten van de stad uitgaan naar Alfons de Ridder [de schrijver achter het pseudoniem Willem Elsschot], hapte deze toe. Het resultaat was maar mager. De hommage was zo kort en zo ironisch droog dat ze even goed een aanbeveling zou kunnen zijn van Boorman van het Wereldtijdschrift. Churchill verliet Antwerpen na een nietszeggende speech, met een inktpot als geschenk en aan een verafgelegen dok die met de auto amper te bereiken is, werd zijn naam gegeven.
Vervolgens is na de oorlog een deel van de Vlaamse collaborateurs niet alleen vertrokken naar Buenos Aires maar ook naar Zuid-Afrika, waar zij hechte banden smeedden met extreemrechtse organisaties uit het Afrikaner broedervolk.
Ten slotte vermeldt Tom Lanoye als verklarende factor het feit dat met de komst van de Koude Oorlog, die grosso modo samenvalt met de oprichting van het apartheidsregime in 1948, de strijd tegen het communisme in een stroomversnelling kwam. Het meest opvallende apartheidsorgaan in Vlaanderen was Protea, een lobbymachine die in 1977 werd opgericht kort na de revoltes en de bloedige repressie in Soweto, met als doel objectieve informatie te verschaffen over Zuid-Afrika en het land te beschermen tegen de communistische bedreiging. In 1972 kwam Het huis van Mama Pondo van Aster Berkhof uit. De auteur (overigens mijn begeesterende docent Engels in die periode) had er drie jaar aan geschreven na een reis door Zuidelijk Afrika. De roman is een aangrijpende politieke aanklacht tegen de onderdrukking van de zwarte families die in Sophiatown, een supergemengde wijk nabij Johannesburg, wonen en uitgedreven worden. In Vlaanderen was de ontvangst van het boek uitgesproken positief, maar toch meenden sommige recensenten dat er een loopje wordt genomen met de waarheid. In de wijk komt er later nieuwe behuizing voor blanken. Sophiatown wordt Triomf. Is het de ironie van het lot dat de blanke inwijkelingen jaren later de verpauperde Afrikaners van Triomf zijn geworden? Marlene van Niekerk schrijft er een beklijvend boek over, onder de titel Triomf gepubliceerd in 1994. De werkelijkheid tart alle verbeelding.
Tom Lanoye sluit zoetjes af. “Ik wil al geen straat of plein meer in Antwerpen. Ik wil iets veel fundamentelers, kennis en besef, of wat in het Engels awareness heet. Het is het tegendeel van wegmoffelen door te blijven zwijgen, ontkennen en de andere kant op te kijken. Voor ons, Vlamingen, Antwerpenaars, sinjoren, wil ik eerst in ons vernieuwd Paleis van Schone Kunsten een spetterende Rubenstentoonstelling. Maar pal daarna een interactieve expo over ons verleden in den vreemde, één die kan concurreren met de tentoonstellingen in andere wereldsteden.”
- Foto’s: Herman Meulemans
- Foto van Tom Lanoye: Naomi Bruwer
Geef je ogen de kost: www.mauriceboyer.com. Maurice Boyer is de fotograaf van de iconische foto’s van Mandela op het balkon van de Stadsschouwburg Amsterdam in 1990 kort na zijn vrijlating. De meest impressionante foto prijkt nu ook aan de gevel van het Rijksmuseum bij gelegenheid van de tentoonstelling Goede Hoop. Zuid-Afrika en Nederland vanaf 1600.
Greep uit de begeleidende muziek: Hugh Masekela, Stimela (steenkooltrein)
The post Tom Lanoye houdt passionele Hugo Clauslezing in Antwerpen appeared first on LitNet.