Quantcast
Channel: LitNet
Viewing all articles
Browse latest Browse all 20654

Week van de Afrikaanse Roman 2016: Interview met Vamba Sherif

$
0
0

Om het werk van Sembène Ousmane te voltooien…

Interview met Vamba Sherif over (zijn) literatuur.

Daar zit hij dan voor me, Vamba Sherif (Liberia, 1973), in brasserie Small Talk in Amsterdam. Gewapend met een brede glimlach en een geruststellende uitstraling. Overduidelijk een optimist. In werkelijkheid draagt hij de herinneringen aan een vermoeiend verleden met zich mee. Als kind vluchtte hij met zijn vader en broer weg van de oorlog in Liberia naar Koeweit. Toen de Golfoorlog hen ook uit Koeweit verjaagde, kwamen ze na een lange omzwerving eindelijk aan in Nederland. Daar schreef hij zijn debuut, getiteld Het land van de vaders (1999). Er volgden nog meer romans: Het koninkrijk van Sebah (2003), Zwijgplicht (2003), De getuige (2011) en zijn laatste boek De zwarte Napoleon (2015). Tijdens de Week van de Afrikaanse Roman 2016 kreeg ik de gelegenheid om met Vamba te praten. Omdat mijn nieuwsgierigheid naar literatuur altijd de overhand krijgt, heb ik hem tijdens ons gesprek bestookt met allerlei vragen over zijn romans, over literatuur, naar wat hem inspireert in het leven en wat hem motiveert in het schrijven.

Dag Vamba, allereerst wil ik u feliciteren met uw nieuwe boek. Ik moet trouwens zeggen dat ik al uw boeken aangenaam vond om te lezen, vooral Het land van de vaders en De getuige.

Oh, je vond Het land van de vaders echt mooi? Wat bijzonder!

Ja, ik had het verhaal niet meteen beet en het is net die suggestieve kracht die de roman prikkelend maakt.

Bijzonder! Dat is grappig. Wacht…ik laat je iets zien.

Dit gezegd hebbende, dook Vamba naar zijn tas en haalde er de recente vertaling Land of my Fathers uit. Oh, de Engelse vertaling! Wat leuk! Heeft u die zelf vertaald?

Ja, en ik heb er – helaas – wat dingen aan veranderd. In het begin van het verhaal zie je al wat er veranderd is: deel twee is deel één geworden. Er zijn aspecten uit de oorspronkelijke versie die ik heb veranderd. Uiteindelijk ben ik heel erg blij met hoe het boek in het Engels is getransformeerd. Ik was tweeëntwintig toen ik het boek schreef. Op die leeftijd probeer je jezelf te bewijzen, je wilt echt specifieke dingen doén met je tekst. Toen ik zes maanden geleden begon met de vertaling keek ik met andere ogen naar het verhaal. Plotseling zag ik heel duidelijk waar ik naartoe wou met deze roman. Al bij al zitten alle originele elementen nog vervat in het verhaal, maar ik heb ze duidelijker proberen verwerken. Maar misschien is dat ook wel z’n kracht…

De suggestiviteit van de roman?

Ja, ja, inderdaad. In de Engelse versie heb ik net dáár meer nadruk op proberen leggen. Vooral aan het eind van het verhaal, in deel vier en vijf, waar de negentiende-eeuwse nakomeling van Halay een belangrijke rol speelt. Ik ging mij afvragen hoe het voelt om erfgenaam te zijn van zo’n belangrijke voorvader. Draag jij de last van zo’n verleden? Ik heb geprobeerd om zijn rol duidelijker te maken in de Engelstalige versie, met meer nadruk op zijn artistieke functie.

Met de verwijzing naar de erfenis doelt u dan op het feit dat zijn voorouder zichzelf heeft opgeofferd om de vrede te bewaren?

Ja. De eerste Halay, de voorouder, heeft zijn lichaam gegeven om de vrede te bewaren. Ik boog me over de vraag wat dat nu betekent voor zijn directe nakomelingen. Welke last dragen zij? In de Engelse vertaling heb ik duidelijker proberen maken dat de samenleving meer verwacht van Halay’s nakomelingen, omdat zij de drager zijn van die familie-erfenis. Ze hebben namelijk een voorbeeldfunctie ten opzichte van de gemeenschap, want hun oorlogswonden zijn dieper dan van iemand anders, omdat hun directe voorouder die ervaring op een heel intense manier heeft beleefd. Zeker doordat het offer uiteindelijk niks heeft uitgemaakt en er toch oorlog is gekomen. Voor deze jonge kunstenaar, de negentiende-eeuwse Halay, is die kennis ondraaglijk.

Is het zwaar omdat hij denkt dat er ooit een dag komt waarop hij hetzelfde lot zal moeten ondergaan als zijn voorouder?

Ja. Maar eigenlijk kan dat niet meer…want hoe offer je jezelf op in het heden? Dat doe je door een kunstenaar te zijn. In Halay’s geval is dat door te tekenen wat die last voor hem betekent. In de Nederlandse editie ligt er meer nadruk op dat tekenen dan in de Engelse versie, want daarin heb ik dat met suggestieve beschrijvingen willen aanduiden. Voor Land of My fathers, staan er in november momenteel al vijf lezingen gepland in Groot-Brittannië. En het boek is zelfs nog niet uitgegeven … Ik ben hier enorm blij mee.

U zegt dat Halay zichzelf opoffert door een kunstenaar te zijn. Wilt u die stelling dan ook projecteren op uw functie als literator?

Ja, zonder meer. Indien er geen oorlog was geweest, was ik waarschijnlijk geen schrijver geworden. Al kan ik dat nooit met zekerheid beweren. Ik voelde de noodzaak om mijn trauma’s een plaats te geven. Dat is de reden waarom ik in het AZC Brabant [asielzoekerscentrum] de pen ging pakken en begon met het schrijven van Het land van de vaders. Indien er geen oorlog was geweest, zou ik waarschijnlijk in Amerika hebben gestudeerd om arts te worden, of was ik dichter geweest. Als je over zulke zaken nadenkt staat alles in het teken van het grote misschien. Uiteindelijk ben ik vanwege de oorlog - misschien -  sneller en eerder schrijver geworden. Toch wil ik vermelden dat ik als kind al geobsedeerd was door mooie boeken; klassiekers zoals Tsjechov, Dostojevski, Tolstoj, Mann, las ik allemaal. Ook manuscripten, boeken in het Arabisch… en ik hield ook van brieven schrijven.

Op basis van uw vorige opmerking dat u waarschijnlijk geen auteur was geworden indien er geen oorlog zou geweest zijn, ziet u uw schrijven dan als een vorm van therapeutisch schrijven? Schrijven om gebeurtenissen van je af te zetten, om het verleden van je af te schuiven, het trauma een plaats geven?

Ja. Voor mezelf was dat wel zo. Daarom kon de negentiende-eeuwse nakomeling in Het land van de vaders dus niets anders zijn dan een kunstenaar. Van hem een schrijver maken, zou hem te veel aan mij verbinden. Daarom heb ik er dan maar een tekenaar van gemaakt, onwillig om zelf te gaan vechten. Ik wilde van hem trouwens geen soldaat maken, hij mocht zichzelf niet op die manier opofferen zoals zijn voorouder. Daarom koos ik ervoor om hem te laten léven. Hem met behulp van kunst de angst, de werkelijkheid en zijn eigen zielenpijn te laten weergeven.  Via kunst toont hij hoe erg de erfenis van zijn voorouder in hem leeft.  Het is alleen maar door een kunstenaar te zijn, dat hij dat alles voor zichzelf kan verklaren.

Dus u heeft eerder een romantische visie op het schrijverschap: de lijdende schrijver als maatstaf voor zijn literatuur?

Ja, dat is toch zo. Voor mij is het een dubbel gevoel: het is het weten dat je je plicht niet verzuimt én tegelijkertijd biedt het verlossing. Ik geef je een voorbeeld: ik ben momenteel bezig met het schrijven van een nieuwe roman. Op een ochtend construeerde ik een scène waarin de verteller praat met zijn oma. Die scène deed me heel erg denken aan mijn eigen grootmoeder en het feit dat ook zij slachtoffer was van de oorlog. Plotseling kwamen allerlei emoties als een storm over mij heen gewalst. Die waren zo sterk dat ik ze niet meer kon tegenhouden. Dat had ik nog nooit meegemaakt, ik was emotioneel geblokkeerd en kon niet meer verder schrijven. Op zulke momenten kun je schrijven inderdaad als een vorm van therapie zien. Toen ik dit voorval aan mijn familie vertelde, zeiden ze dat ik misschien de gewelddadige dood van mijn dierbaren nog niet goed had verwerkt. Misschien is dit wel zo. Ik vind kunst dus een noodzaak. Het is een poging om vorm te geven aan mijn ervaringen. Het land van de vaders is een manier om te kijken naar de oorlog en om te laten zien hoe bang iedereen daarvoor is. Om aan te tonen dat mensen alle middelen zouden aannemen om oorlog te voorkomen.

U zei dat u door middel van brieven te schrijven in de schrijverswereld bent gerold. Hoe ging dat precies in zijn werk?

De taal waarin mijn brieven werden geschreven was vaak het Arabisch. Ik woonde in Koeweit met mijn vader en mijn broer en had daar de gewoonte ontwikkeld om af en toe een lange brief te schrijven naar huis, naar Liberia. Daarin vertelde ik over de dingen die ik meemaakte. Tot de hoofdonderwerpen behoorden mijn gewone dagelijkse beslommeringen. Bijvoorbeeld wat ik deed op school en wat ik erna uitvoerde. Ik had bijvoorbeeld een microscoop - want ik wilde oorspronkelijk arts worden – waarmee ik de kleinste zaken ging bekijken en vakkundig en tot in de kleinste details opschreef. Mijn vader vond ze zo mooi dat hij van sommige brieven kopieën maakte en ze zorgvuldig bewaarde.

Foto: Elize Zorgman

Komt er ooit misschien een boekpublicatie uit met uw “gebundelde brieven”?

Nee, die zijn helaas allemaal verloren gegaan. Dat is de schuld van de grilligheid van ons bestaan. Door mijn ellenlange brieven ben ik dus in het schrijverschap gerold. Die telden vaak veertig à vijftig pagina’s en waren in een heel mooi Arabisch handschrift geschreven. Hierdoor werden ze ook graag gelezen. En zo is het uiteindelijk allemaal begonnen. Toen ik jong was las ik al die grote schrijvers, maar het idee om ooit zelf schrijver te worden was nog niet in me opgekomen. Oh ja. Dit is ook leuk om te vertellen: ik had een prijs gewonnen met een kortverhaal in Koeweit.

Over wat ging dat kortverhaal?

Het verhaaltje ging over de Arabische gastvrijheid. Toen ik het schreef zat ik nog op de middelbare school. Er was toen een wedstrijd waarin het beste verhaal werd gekozen. De prijs was een mooi geldbedrag en een duur horloge. Het horloge heb ik aan mijn vader geschonken, hij was enorm trots. Deze overwinning gaf mij dan ook het nodige zelfvertrouwen om verder mijn kans te wagen bij andere competities. Zo waren er ook wedstrijden in de algemene wetenschap, waarin ik ooit eens in de prijzen ben gevallen voor een werkstuk over geografie dat ik had opgesmukt met foto’s. Ik was dus al bezig met schrijven vanaf een jonge leeftijd, maar ik ben pas echt beginnen beseffen dat ik wilde schrijven toen ik in het AZC zat. Het eentonige bestaan en de ellenlange dagen vol nietsdoen, dwongen me ertoe om eens iets anders te gaan doén.

Zoals het leven van de asielzoekers wordt omschreven in De getuige?

Ja precies. Dat is deels gebaseerd op mijn ervaringen en indrukken.

Op een avond begon ik met potlood te schrijven aan Het land van de vaders, ik heb de eerste handgeschreven pagina’s nog liggen. Halay introduceerde ik eerst in het verhaal, Edward kwam pas later. Het gehele verhaal van Edward heb ik tijdens een college geschreven, toen ik geen zin had om dat college te volgen. Ja, ik gebruik schrijven altijd als excuus. Ik heb de hele dag met pen in mijn agenda geschreven, tot die helemaal vol stond met tekst. En het leest inderdaad alsof alles in één beurt is geschreven. Toen wist ik – ik heb mijn roeping gevonden.

Ik stel me voor dat je “schrijver worden” wel kunt koesteren als jeugddroom, maar dat het niet bij iedereen lukt om dit te verwezenlijken. Volgens mij rol je daar toevallig in, in dat schrijverswereldje. Uw passie voor schrijven komt door het lezen van klassiekers, heb ik in een interview gelezen. Kafka en Mann zijn namen die vaak terugkeren. Ik vroeg me af hoe u die erfenis van die klassieke schrijvers dan ziet terugkomen in uw werk? Op welk niveau manifesteren hun invloeden zich?

Eigenlijk zie je dat gewoon terugkeren in mijn romans. Zwijgplicht, bijvoorbeeld, is heel kafkaësk. Het hoofdpersonage gaat op zoek naar iets dat hij in principe nooit zal vinden. Als hij het raadsel uiteindelijk ontsluiert, is dat ook meteen het einde van zijn leven. Dat is een absurde literaire ingreep waarmee ik heel graag werk. In diezelfde roman zie je ook hoe iedereen zijn eigen versie van de waarheid vertelt, op zich refereert dat naar de vertelstijl in “duizend-en-één-nacht”.

Als lezer ben je inderdaad heel erg verward. Dit zorgt ervoor dat het een erg goede roman is. Je loopt namelijk voortdurend verloren in dat doolhof.

Inderdaad. Dat komt door de samenloop van de zoektocht naar de waarheid met bluf, machtsvertoon en –misbruik. Daarop alludeert ook het motto van de roman: “‘Ik was in de wildernis en een bries fluisterde in mijn oor, maar ik heb de waarheid nog niet ontdekt.’ Zegt het masker.” Dit refereert aan de zoektocht naar de waarheid, maar tegelijkertijd onthult het ook de onmogelijkheid om die waarheid te vinden. Thomas Mann doet dat bijvoorbeeld door middel van heel uitgebreide beschrijvingen. Ik heb hetzelfde proberen toe te passen in De zwarte Napoleon. Ik integreer veel van de stijlkenmerken en romaninvloeden die ik heb geleerd door het lezen van deze grote schrijvers, maar toch heb ik alles naar mijn hand gezet.

En hoe zit het dan met de Afrikaanse auteurs? Door wie van hen bent u vooral beïnvloed?

Ik ben opgegroeid met Chinua Achebe en Ngũgĩ wa Thiong'o. Ik moet zelfs toegeven dat ik twee van Ngugi’s romans beter vind dan die van Achebe. Dat zijn The River Between en Weep Not, child. Ik las ze beiden toen ik nog jong was.  En dat was een memorabele ervaring. In één van die romans stond namelijk een onvergetelijke scène. Het hoofdpersonage is een docent die een toespraak staat te houden, maar aan het einde van die toespraak is er niemand die hem gelooft of steunt. Behalve zijn geliefde. Het ogenblik waarop zij recht staat en voor hem klapt vond ik het summum van het hele boek, één van de mooiste scènes uit de wereldliteratuur. Ik hoop nu nog steeds dat iemand dat ook voor mij ooit zal doen. Ik heb deze anekdote aan Ngugi kunnen vertellen, want ik heb hem twee keer ontmoet. Het is een hele bescheiden man. Mocht je Ngugi tegenkomen op straat zou je denken dat hij een zwerver is. Het is trouwens eens voorgevallen dat hij uit een restaurant werd gezet omdat hij er zo onverzorgd uitzag. Kun je dat geloven? Hij is nochtans een Nobelprijskandidaat! Naast Achebe en Ngugi, vind ik Wole Soyinka’s theaterstukken van een ongenaakbaar wereldniveau. Ze zijn zelfs beter dan zijn romans, want ze zijn toegankelijker en humoristischer. Elke keer opnieuw geniet ik intens van zijn performances. De Zuid-Afrikaanse schrijver waarmee ik ben begonnen was Coetzee.

Welk boek?

Waiting for the Barbarians.

Natuurlijk!

Nadat ik het had gelezen wilde ik meteen zelf een verhaal proberen schrijven in zijn stijl: de typerende ik-persoon die spreekt in de tegenwoordig tijd. Mijn verhaal zou gaan over een meisje en een jongen. Dankzij haar is hij geïntegreerd in Nederland en uit dankbaarheid probeert hij erachter te komen wie zij precies is. Zo nauwkeurig mogelijk probeerde ik de sfeer en de stijl van Waiting for the Barbarians te benaderen. Wat ik er zo intrigerend aan vind is Coetzees specifieke gebruik van ruimte: het verhaal speelt zich af in een afgelegen gebied. Het mooie aan die omgeving is dat de interactie beperkt is, waardoor alle acties en interacties heel intens kunnen worden beschreven. Bij De zwarte Napoleon heb ik geworsteld met die interactie, omdat het verhaal zich letterlijk óver vele grenzen afspeelt. Ik heb jarenlang nagedacht over het vertelperspectief. Zou ik me enkel richten op Samori en zijn veroveringen? Ik bedacht me dat, als ik hem niet zou volgen, het dan moeilijk zou worden om het boek als een historische roman te lezen. Het moet toch een beetje kloppen.

De zwarte Napoleon en Het land van de vaders zijn historische romans. Vergt dat niet veel opzoekingswerk?

Ja, hoofdzakelijk bij Het land van de vaders. Ik heb het verhaalverloop van Edward (deels) gebaseerd op het verhaal van mijn broer. Die had een vriendin in Liberia. Hij moest echter afscheid van haar nemen toen we naar Koeweit vluchtten. Hij heeft nog geprobeerd zijn grote geliefde te zoeken, maar dat is hem niet gelukt. Jarenlang heeft hij op haar gewacht. Dat wachten heb ik gebruikt om de relatie van Edward en Charlotte vorm te geven, maar om eerlijk te zijn was dat volledig onbewust. Pas toen ik het gedeelte achteraf door mijn broer liet lezen, zei hij: “Vamba, dat is gewoon mijn verhaal!”

Ik stel me voor dat een romanidee niet zomaar wordt geboren. Hoe werkt u zo’n idee uit? Door middel van personageschema’s?

Neen, nooit. Ik ben niet zo’n architect als Tolstoj. Ik begin minstens met één of twee personages, schrijf een aantal hoofdstukken en denk na over de structuur en de interactie tussen verschillende personages. Momenteel schrijf ik iets over een ouder iemand die terugkijkt op haar leven. Maar ik weet bijvoorbeeld nog niet of ik haar alleen zal laten spreken of haar relaas laat onderbreken door bepaalde stemmen. Het is moeilijk omdat een deel van mij zegt dat ik gewoon door wil gaan zoals ik bezig ben; laat het personage maar haar verhaal vertellen. Terwijl een ander deel twijfelt om verschillende invalshoeken van meerdere personages erin te verwerken.

Veel interactie vind ik een erg interessante narratieve ingreep. Het is eveneens frappant dat u in elke roman zo goed weergeeft dat geen enkele keuze zwart-wit is. Neem nu bijvoorbeeld Zaiwulo: ofwel kiest hij voor Haidarah óf voor Samori. Maar geen enkele partij wordt afgeschilderd als compleet goed of compleet slecht. De manier waarop de verschillende keuzes worden belicht en uiteenlopende mogelijkheden worden gesuggereerd, maakt het inhoudelijk een sterk boek. Is het ook uw doel om mee te geven dat nuancering en empathie belangrijk zijn in een samenleving?

Ja, wil je weten waarom? De oorspronkelijke versie van De zwarte Napoleon was in verschillende stemmen geschreven. Ik hou ervan om genuanceerde beelden te implementeren in mijn verhalen: zo zijn de Fransen niet door en door slecht. Dat kán gewoon niet! Wij weten wel beter. Dat is het geschenk van tegenwoordig. Ik woon in de eenentwintigste eeuw en ik heb het geluk dat ik genuanceerd kan redeneren. Het is voor mij onmogelijk de dingen eenzijdig te benaderen, want ik ben daar te optimistisch voor. Die genuanceerdheid wil ik weergeven omdat ik weet hoe belangrijk het is vanuit mijn eigen levenservaringen.

Inderdaad. Het is belangrijk om te nuanceren. Daarom moet literatuur aan de lezers de kans bieden om over de samenleving te reflecteren. Ik denk dat dat heel leerrijk kan zijn voor mensen die nog gevormd moeten worden. Een voorbeeld is de zeer actuele “vluchtelingencrisis” en de daarbij horende racistische gal die gespuwd wordt op sociale media… ronduit beschamend. Het is duidelijk dat de samenleving wat meer nood heeft aan empathie.

Inderdaad. Neem nu bijvoorbeeld de Brexit. Indien het referendum enkele jaren geleden was gehouden, zou Groot-Brittannië nooit uit de EU zijn gestapt. De eenzijdige angst en haat waarmee de mensen worden bestookt omtrent asielzoekers, zijn elementen die het uittreden van Engeland hebben bevorderd.

En de wereldleiders spelen daar handig op in door die angst te vergroten, waardoor het absurde afmetingen begint aan te nemen.

Ja. Bij de Amerikanen zit angst reeds zo diep ingeworteld in hun cultuur… dan is het eenvoudig om daarop in te spelen. Vreselijk.

Foto: Elize Zorgman

Foto: Elize Zorgman

Uw personages zijn met nadruk altijd “outsiders” in de samenleving. Zaiwulu wordt gepest door Osman omdat hij uit een ander deel van Afrika komt (“woudjongen”). Of de ex-slaaf Edward die in Liberia terechtkomt en onder de hoede van Halay wordt gebracht. Onno, de blanke man die in een nieuwe veranderende samenleving houvast probeert te zoeken… Heeft dat een doel?

Ja. Dat is inderdaad opzettelijk. “buitenstaander zijn” is voor mij een heel belangrijk deel van mijn leven geweest. In Koeweit is het gevoel van “anders zijn” pas echt doorgedrongen. Gelukkig ben ik heel erg optimistisch, de passie die ik heb voor het leven is ongelooflijk groot.

Op de cover van Het land van de vaders (pocketeditie) wordt u door de Standaard der letteren bestempeld als een “prominent vertegenwoordiger van de Afro-Amerikaanse rootsliteratuur”. Hoe staat u daar zelf tegenover? Vindt u dat een terechte opmerking?

Er zitten aspecten van de rootsliteratuur in. Het begrip ‘roots” verwijst naar mensen uit de diaspora die teruggaan naar Afrika om zich te herenigen met verre Afrikaanse voorouders. Dat doet Edward ook. Dus ik vind het niet erg dat mijn roman tot die categorie wordt gerekend. Bovendien maakt elke lezer, voornamelijk recensenten, zijn eigen interpretatie van mijn boeken. Daarnaast zijn er ook recensenten die helemaal niet begrijpen wat je wilt zeggen. Wist je dat De getuige helemaal niet gesmaakt werd door Vrij Nederland? Mijn uitgever dacht dat het een persoonlijke aanval was op mij als schrijver, want er waren enkele zeer vernederende recensies bij. Ik heb de indruk dat sommigen van hen het boek niet écht hebben gelezen, want dan zouden ze een volledig andere conclusie hebben gevormd.

Het land van de vaders gaat over de stichting van Liberia. Was dat uw initiële bedoeling?

Neen. Oorspronkelijk wilde ik de oorlog verklaren. Ik wilde achterhalen waarom zo’n vernederend conflict noodzakelijk was. Ik bedacht dat dat misschien te maken had met hoe het land was ontstaan: het werd bevolkt door mensen die weinig kennis hadden van Afrika. Mensen die ánders waren, ex-slaven, met een ideaalbeeld over Liberia. Zij probeerden de Afrikanen in Liberia te begrijpen, maar legden hen toch hun buitenlandse normen en waarden op. Daar is het volgens mij misgegaan.

Waarom de keuze om het verhaal ook te vertellen via Edward die vanuit Amerika naar zijn magische geboorteland komt? Om de mythe van een vrij en zorgeloos leven in Liberia te doorprikken? Hij kent allesbehalve de tradities en het leven van de Liberianen. Daarentegen koestert hij een idee-fixe, een voorgeprogrammeerd beeld van het land en gaat hij hoofdzakelijk op zoek naar zijn geliefde Charlotte.

Ja, Edward is een buitenstaander. Hij komt aan in Liberia en maakt bijzondere dingen mee. Toch staat hij open voor ervaringen, anders zou hij zo’n reis niet ondernemen.

Hij is ook een missionaris…

Inderdaad. Hij herhaalt vaak dat hij in vrede komt. Het was geschiedkundig een interessante stap om van hem een missionaris te maken, want veel van die teruggekeerde ex-slaven waren aanhangers van een strikt christelijke overtuiging. Daarom maakte ik van hem een missionaris. Edward doet me trouwens denken aan Edward Blyden, de vader van het Panafrikanisme. Hij was ook een Liberiaan en een christen én hij werkte bovendien samen met Moslims.

Ook een optimist, die dacht dat samenwerking de kracht en de toekomst was. Edward de missionaris is een heel nieuwsgierig en verzoenend persoon en wil allesbehalve een onderdrukkende heerschappij prediken. Misschien omdat hij dat slavenverleden had?

Ja!

U heeft Het land van de vaders geschreven tijdens uw rechtenstudie. Zag u het als een vingeroefening om het schrijven onder de knie te krijgen?

Neen, ik moést een boek schrijven over Liberia en haar burgeroorlog. Het was helemaal geen vingeroefening. Ik was doodserieus. Mijn tip aan mensen die een boek willen schrijven: hou het idee voor jezelf. Pas als het boek klaar is, kun je het aan anderen vertellen. Jij kan mij bijvoorbeeld helemaal van mijn idee afbrengen, omdat je misschien een goedbedoelde opmerking zou maken die ik dan volledig verkeerd zou interpreteren. Ik praat daarom het liefst met mensen die weet hebben van het onderwerp waarover ik wil schrijven en die mij motiveren. Ik ben er namelijk van overtuigd dat elk geloof, ook al is het maar heel klein, wonderen doet.  Het zorgt ervoor dat je jezelf kunt overstijgen.

Ik vraag me af welke functie “de maskers” hebben in het verhaal. Is dat hetgeen dat Edward en Halay nog met elkaar verbindt? Hun gedeelde culturele erfenis?

Ja, de maskers komen en verdwijnen in het verhaal. In de Engelse vertaling omschrijf ik hun verschijning als “masked beings”. Deze term vind ik beter, want het benadrukt dat ze bovenmenselijk zijn. Deze bovennatuurlijke bemiddelaars worden beheerst door de voorouders. Daarom zijn ze voor mij ook zo belangrijk. De maskers vormen een rode draad doorheen het verhaal.

Het boek eindigt dan ook met die maskers. De negentiende-eeuwse Halay kijkt een “masked being” in de ogen, maar deinst er niet voor terug. Zijn brutaliteit wijst op het vervallen van oude geloofsstructuren, op een wereld die dreigt verloren te gaan… Een heel symbolisch beeld.

Dat is inderdaad wat ik bedoel. Het heeft te maken met een verdwijnende cultuur, maar tegelijkertijd zijn ze ook een schakel tussen het “nu” en de oorlog. Het hele symbool en zijn kracht is vervallen, daarom is Halay er niet meer bang van. De oorlog heeft dat veroorzaakt. Het heeft ervoor gezorgd dat de dingen die ooit serieus werden genomen niet meer worden nageleefd. Kinderen luisteren bijvoorbeeld helemaal niet meer naar hun ouders. Vóór de oorlog was mijn familie een van de rijksten in Liberia, daarna zijn wij alles verloren, letterlijk alles! Mijn moeder was rijk geworden door de handel, door heel hard te werken. Daarom komt zij ook steeds weer voor in mijn boeken.

Uw moeder is één van uw grootste helden, heeft u ooit eens in een interview gezegd. Een sterke, zelfstandige vrouw. Kan het zijn dat ik haar karakter in Sebah en Massah zie terugkomen?

Ja, dat zijn ze gewoon. Ik voel de noodzaak om haar telkens opnieuw in mijn verhalen te verwerken. Ze heeft zoveel mensen geholpen: haar rijkdom heeft ze aan wildvreemden uitgegeven, aan kinderen om naar school te gaan, aan familieleden. Jaren geleden kwam mijn vader op bezoek en hij vertelde mij dat zij toen in een compound woonden van 150 mensen. Iedereen dacht dat die huizen van mijn vader waren, maar eigenlijk waren ze allemaal van mijn moeder.

Is dat niet uitzonderlijk? Zijn het niet meestal de mannen die de rijkdom hebben en verspreiden?

Ja, ja, ja. Mijn moeder had ook vriendinnen die rijk waren. Ik heb het voorrecht gehad om van dichtbij mee te maken hoe sterke, zelfstandige vrouwen hun lot in eigen handen namen. In hun schaduw ben ik geboren en opgegroeid. Dát vind ik zo bijzonder. Én niet te vergeten, de vrouw van Samori, Sarankenyi, was historisch ook een heel sterke vrouw.

Was Sarankenyi niet één van zijn laatste vrouwen? Ik meen me te herinneren dat ze allesbehalve geliefd was bij het volk.

Inderdaad. Ik heb geprobeerd om met die ideeën te spelen. Ik buitte de mogelijkheid uit dat ze misschien niet de enige vrouw was van Samori, maar wel zijn lievelingsvrouw. Historisch lees je daar weinig over. Daarom heb ik het verwerkt in mijn roman. Je leest wel dat zij hun zoon gekozen had als wettige erfgenaam van Samori’s koninkrijk en niet de eerstgeboren zoon.  Omdat ze de tradities aan haar laars lapte, moeten er logischerwijs tegenstanders van haar zijn geweest. Alle sterke vrouwen in mijn romans zijn een hulde aan mijn moeder.

In Het koninkrijk van Sebah gebruikt u het beeld van de familiefoto. Hierop staat Mansakeh met zijn geluksbrenger aan zijn arm. In de discussie omtrent de foto merk je op dat zijn moeder, Sebah, dat helemaal niet wil, maar dat zijn vader halsstarrig vasthoudt aan tradities. Dat beeld is voor mij een heel treffende schets over iemand die probeert te assimileren en te immigreren, maar toch zijn/haar eigenheid niet wil verliezen.

Weet je, als je in het huis van migranten bent, zie je veel van die oude gezinsfoto’s staan. Dat bracht me op het idee om iets te doen met zo’n foto. Ik exploreerde verschillende vragen: Wat betekent zo’n beeld? Wat gebeurt er als je zo’n foto verandert? Welke problemen ondervinden zulke families? Dit gezin is geen slachtoffer van de oorlog. Daarentegen zijn het familiegeheimen die een schaduw werpen op hun geluk. De reden waarom het vaak misgaat is omdat de bagage die we meedragen, vaak ons leven blijft beheersen. Toen ik met mijn broer in Nederland was beland, had hij het al die jaren enkel maar over hoe mooi ons leven wás, vóór de oorlog. Hij leefde voortdurend in het “toen” en weigerde te geloven in het “nu”. Mijn broer was compleet terneergeslagen en heeft die pijn nooit echt kunnen verwerken. Ik heb het geluk gehad dat ik het verleden achter mij heb kunnen laten en mij op de toekomst heb gericht.

U bent het tegenovergestelde van uw broer. Door uw positief denken en vooruitstreven in deze wereld, bent u uiteindelijk een schrijver geworden. U heeft uw gevoel gevolgd.

Inderdaad. En daarom zie je ook dat mijn ervaringen en herinneringen onbewust of bewust terugkomen in het werk. De vader in Het koninkrijk van Sebah was een geleerde en een leider. Toen hij in Nederland aankwam, was hij dat aanzien volledig kwijt. Gelukkig kan hij zijn kans grijpen om zich te herpakken en zijn talenten te ontwikkelen, in plaats van passief te zijn en te dromen over het verleden. Maar toch blijft hun verleden een negatieve invloed hebben op het heden.

Is er dan effectief iets verkeerd gebeurd in hun verleden? U blijft heel suggestief…

Ik wilde inderdaad spelen met verschillende mogelijkheden. Als lezer moet je je conclusies trekken. Mansakeh ziet zijn moeder praten met een blanke man en ziet ze samen instappen in de bus… maar is wat hij concludeert waar of niet?

Tegelijkertijd is Sebah zo trots om alleen te blijven wonen en niet toe te geven.

Ja inderdaad! In de eerste versie van het boek liet ik ze gewoon uit elkaar gaan. Dan was dat gehele idee van “lasten dragen” misschien duidelijker geweest. Om de eenheid ten goede te komen, heb ik dat uiteindelijk toch niet laten gebeuren. Als het boek ooit in het Engels vertaald wordt, zal ik dat misschien wel doen…

Foto: Elize Zorgman

Uw roman Zwijgplicht is een geheel ander genre dan uw andere romans. Het is heel prikkelend en zelfs absurdistisch op het einde. Het lijkt op een detectiveverhaal met een flinke dosis sciencefiction.

Ik kan twee redenen noemen waarom Zwijgplicht is geworden zoals het is. Ten eerste is er geen land of samenleving waar zoveel geruchten de ronde doen als in mijn geboorteland Liberia. Daar vertellen mensen gewoon een verhaal dat zich uiteindelijk – serieus aangedikt - verspreidt als een lopend vuurtje. Ik wilde met de snelheid van die geruchten en hun flexibiliteit werken. De tweede reden is dat ik heel veel inspiratie heb verkregen door het boek Ik heet Karmozijn van Orhan Pamuk. Ik was heel erg onder de indruk van zijn roman. Hierdoor wilde ik ook graag zoiets schrijven.

En toen zag Zwijgplicht het levenslicht…

Ik heb het boek zeer snel geschreven. In één jaar had ik het op papier, net zoals Flaubert met zijn Madame Bovary. Uiteindelijk is het in zeven of acht talen verschenen. De focus in dit verhaal ligt op het feit dat er nooit één waarheid is, maar meerdere waarheden. In Zwijgplicht vertelt iedereen zijn eigen verhaal, maar iedereen spreekt elkaar tegen.

Ja! Ik had achteraf heel veel vragen bij Hawah Lombeh en Makemeh. Hawah Lombeh speelt een dubbelzinnige rol, alsof ze William eerst wil verleiden, maar achteraf toch vermoordt. Maar hij verkiest Makemeh. Wat is eigenlijk de rol van Lombeh?

Hawah Lombeh is het dorpshoofd, maar zij mag dat niet tegen William, de indringer, zeggen. Ze probeert hem op een oprechte manier het dorp uit te krijgen, want ze ziet hem echt heel erg graag. Door haar functie mag ze echter niet samen zijn met een man. Het huwelijk met die oude man is een schijnhuwelijk. Zij heeft altijd al alleen geleefd, maar William maakt iets heel bijzonders in haar los. Toch is het dorp niet veilig voor hem.

Waarom is hij dan zo koppig? Omdat hij die opdracht gekregen heeft?

Ja. Tenminste, hij dénkt dat hij door een belangrijk iemand gestuurd is geweest. Hij wil dus zijn zin krijgen door soldaten achter zich aan te scharen. Hierdoor kan hij de mensen laten zien dat hij heel krachtig is en het verschil kan maken.

Uiteindelijk sterft hij omwille van magie. Dat is het magisch-realistische aspect in uw boek.

Ja. Ik heb echt genoten van het schrijven van Zwijgplicht. Dat doe ik ook met wat ik nu aan het schrijven ben, mét alle bijkomende emoties.

Is het uitgewerkte thema machtsmisbruik in uw roman een klein voorbeeld om met de vinger te wijzen naar wat overal ter wereld gebeurt?

Ja, inderdaad.

In De getuige was ik geïntrigeerd door het personage Onno, omdat hij voor mij het voorbeeld is van hoe de mens met een multiculturele samenleving moet omgaan. Enkel met het feit dat zijn zoon zich bekeert tot de Islam, kan hij moeilijk omgaan. Dit in vergelijking met hoe hij met Mercy en de nieuwe Turkse groenteboer op de markt probeert overeen te komen. Wat symboliseert hij?

De opzet van de roman circuleert rond de vraag “wat als een oorlogsmisdadiger of de scherven van de oorlog zich in je midden bevinden en niet enkel maar op televisie?”.  Onno is een blanke man van middelbare leeftijd, die met een multiculturele samenleving wordt geconfronteerd. Zijn routineleven wordt doorbroken en hij moet in zijn onmiddellijke omgeving gebeurtenissen onder ogen zien die tegelijkertijd de grotere feiten in de wereld weerspiegelen. Ik wilde de vluchtelingenproblematiek, oorlog en misdaad in de huiskamer van de lezer brengen.

En ook aankaarten hoe snel meningen over die thema’s gevormd worden?

Ja. Met het personage Mercy wilde ik opnieuw spelen met verschillende mogelijkheden. Is zij schuldig of onschuldig? Enerzijds zijn er voor Onno allerlei bewijzen die aantonen dat zij onschuldig is, anderzijds…

Anderzijds heeft u toch die steenharde getuigenis van die ene man die in haar klauwen terecht zou zijn gekomen tijdens de oorlog. Dan vraag ik mij af of iemand op zo’n moment zou liegen?

Ja, soms liegt men om mensen onder druk te zetten. Ik wil Mercy nu niet vrijpleiten, maar ik wil de lezer verder aan het denken zetten over die mogelijkheden van de roman. Het is te simplistisch om enkel maar een mening over iemand te vormen.

U heeft lang gewerkt aan De zwarte Napoleon, meer dan acht jaar? Hoe bent u op het idee gekomen?

Vanaf 2003 was ik aan het werken aan De zwarte Napoleon. Toen heb ik met een beurs van het Letterenfonds een reis gemaakt door Afrika om feiten te verzamelen: Liberia, Senegal, Guinee, Sierra Leone, Ivoorkust, Mali. Uiteindelijk ben ik geëindigd in Senegal. Ik heb Senegal gekozen als eindbestemming vanwege Sembène Ousmane, mijn grote held. Waarom heb ik hem eigenlijk vroeger niet genoemd toen je naar mijn literaire voorbeelden vroeg? Dat is mijn aller-allerfavorietste schrijver van alle Afrikaanse schrijvers! Hij was veertig jaar bezig om een film te maken over Samori Touaré, maar dat is hem uiteindelijk niet gelukt. Vandaar, ik heb het voor hem voltooid, als ode aan hem. Tijdens mijn reis ben ik erachter gekomen dat Samori getrouwd was met één van mijn voorouders. Die man komt ook voor in de roman, als de broer van Talahat. Talahat is een fictief personage, maar zijn broer heeft echt bestaan in de geschiedenis. Hij was niet alleen een groot geleerde en de zwager van Samori, maar toevallig ook een familielid van mij!

Het uitgangspunt voor het schrijven van De zwarte Napoleon is dus omwille van uw verwantschap met Samori?

Ja inderdaad, omwille van mijn verre verwantschap met Samori. Én om het werk van Sembène Ousmane te voltooien. Mocht het boek ooit in het Frans verschijnen, dan draag ik het op aan hem.

Wat is het Haidarahmanuscript?

Dat ga ik op een dag in je oren fluisteren…

Was het van u eerder een strategische zet om Zaiwulo in het verhaal te integreren? Als je aan de ene kant een heerser hebt (Samori) en aan de andere kant een geleerde (Talahat), dan moet je wel een tussenpersoon creëren die beide figuren met elkaar verbindt. Of niet?

In 2003 ben ik met dit boek begonnen en pas zeven jaar later was het af. Oorspronkelijk telde mijn versie 1500 pagina’s. Toen had ik niet alleen Zaiwulo’s perspectief in het verhaal, maar ook dat van Talahat en Samori, van de Fransen en de Engelsen. Allemaal kregen ze een eigen verhaal. Mijn uitgever las het, maar zei me dat het niet zou werken op deze manier. Het resultaat was dat ik het script dus moest halveren.

En het personage Osman?

Ik wilde gewoon laten zien dat iemand die alles heeft, toch niet tevreden kan zijn. Het is een verwend joch. Slim, knap en alles, maar hij gebruikt het niet goed. Daarom kan hij geen erfgenaam zijn van zijn vader. Hierdoor verpest hij alles voor iedereen.

De nadruk op de kracht van het suggestieve wordt volgens mij ook aan het einde van het boek in de kijker gezet. Hierin leest Zaiwulo het boek van zijn eigen leven, maar het einde wordt opengehouden en/of de idee wordt gewekt dat hij eigenlijk een volledig andere toekomst tegemoet gaat dan hij wil. Of kan hij uiteindelijk toch nog zijn eigen lot bepalen? De nabije toekomst – zeg maar – loopt anders dan hij zou willen.

Ja.

Is het min of meer een les voor de lezer? Je kunt keuzes maken, maar die zullen de rest van je leven bepalen. En toch kun je van alles veranderen.

Ja. Dat wilde ik bereiken: wil Zaiwulo een simpel leven met een vrouw die hij graag ziet, of wordt hij één van de belangrijkste strijders voor het Afrikaanse volk? Hij had gewoon kunnen kiezen… Maar wat is de juiste keuze? Literatuur laat de mogelijkheden van het leven zien. Het is een soort spiegel voor onszelf, om te kijken naar onze tijd én naar de maatschappij.

The post Week van de Afrikaanse Roman 2016: Interview met Vamba Sherif appeared first on LitNet.


Viewing all articles
Browse latest Browse all 20654

Trending Articles


Wiskunde, graad 6: Vraestel en memo (November)


Weer 'n kans op geluk (Deel II)


Maak jul eie reënmeter


Hoe om ’n aangebrande pot of oondbak skoon te maak


8 Wenke om water te bespaar


Die beste tyd van my lewe


Koshuiskaskenades


’n Beoordeling van die vertaling van σάρξ (vlees) in die Direkte Vertaling...


Welkom in die wêreld, Baba Strauss!


Warrelwind skep my op in die lug…los my op ‘n Wolk se rug


Een vakansie tydens my kinders se sporttoere ...


Graad 4-wiskundevraestel en -memorandum (November)


Mikrogolf-vrugtekoek


18 unieke kosse wat net Suid-Afrikaners sal ken


Gedig: Populiere


Breekpunt deur Marie Lotz: ’n lesersindruk


Graad 6, 2016: Vraestelle en memoranda


Wonder ek oor die volgende ….


Die oplossing vir yl hare is hier


Kyk watter glanspaartjie is verloof!